maandag 26 november 2012
Warm water.
Als er iets verbouwd moet worden in je huis, of gesloopt of vervangen, zit het meestal allemaal tegen. Vandaag, oh groot wonder, zat het mee.
Al een tijdje zit ik met warmwater-problemen. De badgeiser lekt en moet eigenlijk weer gerepareerd worden, voor de honderdduizendste keer. Ieder jaar wordt hij nagekeken, en toch is er regelmatig iets mis met het ding. Ditmaal was de geiser lek, wat ik niet had gemerkt omdat het water liefdevol was opgenomen in het geiser-omhullende kastje. Ook had ik al een tijdje ongewenste warm-koud wisselbaden. Een dag of tien geleden had ik actie ondernomen en de service-lijn gebeld. Een monteur kwam, keek, en zei: die is kapot, er moet een nieuw onderdeel besteld. Hij vroeg, waarom gooi je het ding niet weg en sluit je de hele zaak niet aan op je cv-ketel?
Ik had er geen antwoord op, waarom eigenlijk niet? Het leek hem simpel, hij wees op de aftimmering waarachter de leidingen vermoedelijk lagen, die aftimmering moesten we 'even' zelf weg halen. Eerlijk gezegd zag ik het mezelf niet allemaal 'even' doen.
Peter hielp me dit weekend met beslissen: Nieuwe geiser of de hele boel aansluiten op de cv. Aangezien we zelf dit huis voor een groot deel gebouwd hebben, weten we waar de leidingen liggen. Of toch niet? We kwamen er niet uit, wisten niet meer wat we 'toen' precies bedacht hadden, beslisten dat we maar gewoon een nieuwe geiser zouden laten aanbrengen, dat was het eenvoudigst.
Deze morgen belde ik naar de Gasservice of er een offerte gemaakt kon worden, en ik moet zeggen, de offerte-maker kwam vrijwel direct. Een warme stevige handdruk, prettig. Als een beer een aardig dier was en een warme handdruk zou kunnen hebben, wel, dan had hij zo'n handdruk.
De man keek naar de geiser, vond dat hij nog wel gerepareerd kon worden, want wist ik wel wat een nieuwe kost?
- Ja, een beetje wel, 500, 600 euro?
'Nou', hij hield zijn hoofd schuin en trok een afkeurende onderlip: 'je bent gauw 600 euro kwijt voor zo'n ding, en dan nog materiaal, een paar manuren, een nieuw pijpje op het dak met een grotere diameter, en dat allemaal terwijl je ook nog een cv-ketel hebt met een warmwatervoorziening.' Ik stond er een beetje lullig bij, ik wist het even niet meer.
Hij ging door het huis lopen, schroefde een afdekplaat van de muur af waarachter de leidingen ook lagen, mompelde dat het wel heel lastig was om nieuwe leidingen, van het punt waar de geiser hing, naar de cv-ketel te leggen. 'Want in het zicht wil je niet'? vroeg hij nog. 'Nee', zei ik stomverbaasd, want wie wil dat wel?
Ik wist opeens heel zeker dat bij het uitbouwen van het oude huisje al rekening was gehouden met het feit dat die geiser geen eeuwig leven had, dat er ergens een extra (nu nog loze) leiding was aangelegd die redelijk eenvoudig op de cv-ketel aangesloten kon worden om de rest van het huis van warm water te voorzien en die informatie gaf de gas-man nieuwe energie. Hij was niet te stuiten, kroop zelfs half onder de vloer en uiteindelijk stonden we naast elkaar, hij op een tafel, ik op een trapje, ergens de betimmering weg te slopen.
Ik waarschuwde hem dat mijn vriend meubelmaker was en overal 'blinde' sluitingen maakte. Het weerhield hem niet, integendeel, hij vond het leuk om 'de puzzel' op te lossen. En ja hoor, bingo, we schoven plankjes van de zoldervloer, trokken een lat weg en vonden en begrepen het leiding-stelsel waarlangs redelijk eenvoudig nog een warm-waterleiding gelegd kon worden.
Uiteindelijk stond de man stoffig maar triomfantelijk grijnzend voor me: 'zie je wel dat het kan, kost je een driehonderd euro en dan ben je van die geiser af, scheelt ook ieder jaar in de service-kosten'.
Hij belde en maakte gelijk een afspraak met een van de monteurs, donderdagmiddag komt deze al de geiser wegslopen en hij zou de man alvast instructies geven, vertellen hoe het leidingwerk aangesloten moet worden.
Je mag zo'n man natuurlijk niet zoenen, maar in mijn hart wilde ik het wel. Goh, gewoon op zo'n grijze saaie regenachtige dag een aardige man ontmoeten die het beste voor heeft met jou, je portemonnee en je warmwatervoorziening. Ik bedankte hem bij het weggaan hartelijk voor zijn inzet en het oplossen van een lastige puzzel.
'Leuk toch, ik hou trouwens ook van die japanse puzzels' zei hij nog terwijl hij, zijn warme berenhand in een groet opstekend, naar zijn auto liep.
zondag 25 november 2012
Het waait.
Het waait, ik zit aan een klein tafeltje. Ik heb problemen met internet, vandaar dat ik even dit testje plaats. Wat denken jullie, gaat het werken?
maandag 12 november 2012
Moeder
Het gooit je emotioneel goed overhoop als je moeder ziek is. Het maakt daarbij volgens mij niet uit hoe oud je moeder is, of hoe oud je zelf bent. Mijn gedachten dwalen continu weg naar mijn kinderjaren, ik loop aan de hand van mijn moeder op straat, ik schep kolen, roep onze eerste kat, of zoek mijn moeders portemonnee. Ik loop door straten die mijn moeder nog altijd kan benoemen.
Ook mijn handen hebben een goed geheugen, ze voelen moeiteloos nog steeds het pluche van het kleed op tafel, of het graniet van de gootsteen, of het hete zink van ons 'plat', of de haren van mijn vader als ik ze knipte.
Als ik naast het ziekenhuisbed van mijn moeder zit zie ik de overeenkomsten tussen de moeie oude handen van mijn moeder, en die van mij. Er zit niet veel verschil in. In haar ogen herken ik haar zus, haar moeder zowel als mijzelf of mijn zus. Ook zie ik tot mijn grote verdriet voor het eerst in mijn moeders ogen continu iets verbaasds omdat ze de draad kwijt is. Ik zie dat ze zoekt naar woorden maar dat ze ze niet kan uitspreken. Gelukkig ziet ze er niet verontrust uit, we kunnen zelfs nu en dan lachen om het gepuzzel en zoeken naar woorden.
Dit liedje vind ze altijd mooi. Ze vindt de versie van Whittaker wel veel mooier. Ik hou van het origineel.
zaterdag 10 november 2012
Alle dagen feest.
Mijn blog heet 'alle dagen feest'. Misschien zijn er mensen die gemerkt hebben dat die naam ooit anders was. Ik begon met "elke dag feest". Toen werd een lieve vriendin ziek, er was een sterfgeval in de vriendenkring, en onze zwager Karel kreeg te horen dat hij niet meer beter kon worden. Ik veranderde de naam in "niet alle dagen feest".
De telefoon ging vrijwel meteen: Karel. Hij vroeg zich af waarom ik de naam van mijn blog had veranderd. Hij was het er niet mee eens: elke dag is er wel iets waar je blij mee kunt zijn. Ik schrapte het 'niet' en er stond nu: 'alle dagen feest'. Karel is er sinds februari dit jaar niet meer, en we missen hem. Het valt niet mee om te zien dat er elke dag wel íets is waar je blij van wordt.
De afgelopen maand is zwaar geweest voor mijn moeder. Ze is ziek en heeft veel pijn gehad, ze kon niet eten, moeizaam wat drinken. Het leven was geen feest. Toch maakte ze af en toe een grapje tegen iemand van de zorg, lichtte even haar gezicht op.
Voor mij en mijn familie was het ook moeilijk. Graag had ik in deze blog geschreven hoe moeizaam het was om hulp te krijgen voor mijn moeder. Maar uit oogpunt van haar privacy kon dat niet. Wat ik wel kan melden: ze was ziek en had veel pijn, na aandringen werd ze op een woensdag opgenomen, twee nachtjes hielden ze haar en ontsloegen haar weer. Niet dat ze op dat moment kon eten of drinken, of minder pijn had. Na een volle week ellende en na veel aandringen bij de huisarts/huisartsenpost van zowel de zorgverlening als van de kant van de familie werd ze uiteindelijk weer opgenomen, afgelopen maandagmiddag.
Wat ik de laatste blogs had geschreven over mijn kapotte modem was eigenlijk tijdverdrijf, het was niets vergeleken bij de ellende en de onmacht die ik voelde om hulp te krijgen voor mijn moeder.
Daar dacht ik allemaal vanmorgen aan, toen ik in mijn moeders huis zat, te wachten tot de kat terug zou komen. Ook al ligt mijn moeder in het ziekenhuis, haar kat moet wel eten en ze wil graag een paar keer per dag even naar buiten. Ondertussen doe ik de gordijnen open (of dicht), ik zet een vuilnisbak buiten, haal de kranten uit de bus, of ik doe de administratie.
De kat heet Moeska. 's Morgens rent ze me al tegemoet als ik de voordeur opendoe, ze schiet meestal even naar buiten, staat met haar grote gele ogen naar de grote boze wereld te kijken/luisteren, schiet dan weer naar binnen alsof het buiten te groot, te veel voor haar is.
Ik had lekkere brokjes voor haar gekocht, met vis. Maar ze eet ze niet voordat ze aangehaald wordt. Ze eet snel een paar hapjes, rent dan naar de keukendeur, die doe ik open en ze kijkt door de kier naar buiten, snuift de buitenlucht in, hoort de grote machines achter het huis op het veld rijden. Nee, te veel lawaai, ze loopt terug naar de brokjes. Dan loopt ze weer naar de deur, ik doe hem weer open, de machines zijn nu een stukje verderop en nu durft ze. Snel schiet ze onder de struiken om daar haar plas te doen. Maar ze durft nog niet écht, rent terug naar de keukendeur om te checken of die nog open is, ja, ik sta daar in de open keukendeur op haar te wachten. Ze strijkt langs mijn benen en verzekerd van backup durft ze wel, ze schiet weer onder de struiken en plast. Rent dan weer langs me heen, de keuken in en eet nu wat rustiger.
Ik zit aan tafel, ze draait om mijn benen, ik aai haar, haal een teek uit haar nek wat ze ronkend goed vindt. Dan gaat ze toch weer bij de deur staan en weer doe ik hem voor haar open. Nu loopt ze verder weg en ik ga zitten en sla de krant open.
Na een minuut of tien roep ik haar, ze is nooit ver weg als er op het land gewerkt wordt. Ze is doodsbang voor lawaai. Ze komt dan ook vrijwel direct. Weer wil ze geaaid, maar dan vind ik het welletjes. Ik trek de deur achter me dicht en ga naar huis.
Thuis willen de honden naar buiten en ik kijk om me heen in mijn huis. Murphy's law is in werking getreden. Niet alleen was mijn moeder ziek en had mijn vriendin het zwaar. In huis brak een sleutel af in het slot, er is al een tijdje lekkage in een kastje (dat ontdekte ik pas gisteren), ik geef een schop tegen een drempel die al maanden rechtovereind staat omdat ik het niet voor elkaar krijg om hem op zijn plek te duwen, het nieuwe audio-setje dat ik eergisteren uitpakte bleek kapot en moest ik weer inpakken en terug naar de winkel sjouwen, ondertussen is de afgelopen weken mijn huis een puinhoop geworden, de cv is al tweemaal afgeslagen. De geijser geeft me ongewenste wisselbaden. Er valt een hoop te doen en ik ben eigenlijk hartstikke moe.
Dan gaat de bel.
Een buurjongetje staat voor de deur, hij komt de kinderpostzegels afleveren. Terwijl hij in de plastictas staat te rommelen neem ik hem eens goed op. Hij is de kleinste helft van een tweeling. Een dubbele dooier, zou Mar zeggen. Hij lijkt veel op zijn broer, maar is veel tengerder en in zijn nek zit in het warrige bruin van zijn haar een spierwitte pluk. Dat is de duim van God, had mijn andere vriendin daar eens over gezegd, toen ze dit ventje ontmoette, jaren geleden al weer. Hij is inmiddels heel wat groter, maar nog steeds een feest om te zien.
Hij staat op plastic klompen die te groot zijn, misschien van zijn broer zijn, zijn spijkerbroek is te kort en de kinderenkels steken er ontroerend tenger onder uit. Op zijn knie zit een lap gestikt, ook van spijkerstof maar de draad van de stof zit overdwars waardoor het extra goed opvalt. Hij heeft een bodywarmer aan met camouflagekleuren, de smalle armen zijn ondanks dat het fris is gehuld in een enkel t-shirtje. Als hij me aankijkt en de kinderpostzegels aanreikt zie ik hoe donker zijn ogen zijn, ik zie de dichte wimpers die hij van zijn moeder heeft geërfd, en ik zie de hemel glanzen. Hij grijnst zijn tanden bloot die een plaats pogen te veroveren in zijn nog kleine kindermond. Een scheve, maar grandioze glimlach. Dan zeg ik: ik had twee maal kinderpostzegels besteld. Hij herinnert het zich en gaat weer staan graven in de plastic tas. "Even controleren" zegt hij, en pakt het voddige gescheurde formulier waarmee hij weken geleden langs de deur kwam. Ik prik er met mijn vinger op: zie je wel, tweemaal.
Weer graait hij in de tas en ik zeg: zal ik even meehelpen. Hij knikt. Ik pak alles er uit, sorteer de enveloppen die allemaal hier in het streekje afgeleverd moeten worden. Mijn tweede envelop kinderpostzegels haal ik er uit, laat het even aan hem zien. Hij kijkt langs me heen het huis in en zegt: je woont hier mooi. Ja he, zeg ik terug, en dan: wil je wat lekkers? Hij trekt zijn wenkbrauwen op alsof hij wilt zeggen: Duh! en knikt er heel blij bij. Binnen pak ik een reep en mijn buurjongetje pakt het aan, zegt: dankjewel, me weer even aankijkend met die grote glanzende jongensogen. Jij ook bedankt, zeg ik.
vrijdag 2 november 2012
Storing .... de derde week zonder internet.
Afgelopen woensdag.
- goedemiddag mevrouw, u spreekt met Online, bel ik gelegen?
ik: ja.
- vandaag heeft de bezorgdienst getracht het modem bij u af te leveren, en dat is niet gelukt, de bezorgdatum is nu donderdag.
ik: Hoe kan dat nou, vanmorgen zag ik via het trackingnummer bij de TNT dat het modem morgen, donderdag! zal worden afgeleverd.
- wat ik weet is dat ze vandaag bij u langs zijn geweest en dat ze het pakje niet hebben kunnen afleveren.
Gisteren, donderdagmorgen.
Aangezien mijn moeder ziek is en ik daar bijna continu bivakkeer plak ik een briefje op de deur:
"Beste bezorger, in het pakje dat u nu in uw hand hebt zit een modem waar ik om zit te springen (tekeningetje erbij van een in de lucht springend poppetje). Wilt u alstublieft het pakje op nr. 16 afgeven?."
Ik schreef er nog onder dat ik bij 'de buren' was, en dat ik binnen een minuut ook terug zou kunnen zijn als ze me even belden, ik schreef mijn 06-nummer erbij.
Aangezien vaak een heel aardige jonge man de pakketjes hier in de omgeving bezorgt, een man die pakjes altijd bij afwezigheid automatisch bij het adres van mijn moeder brengt ...... had ik goeie hoop.
Toch keek ik de hele dag uit naar de bezorgdienst, sprong een paar maal even op de fiets om heen en weer te rijden naar huis. Ook de buurman keek uit naar de bezorgdienst.
Ondertussen werd ik gebeld door Online: ik zie dat het modem vandaag bij u wordt bezorgd, we bellen om stap voor stap met u door te nemen hoe het aangesloten moet, eh, nou ja, dan heeft het eigenlijk geen zin om nu al met u te bellen, ik bel morgen terug.
Laat in de middag klik ik weer het trackingnummer aan dat via de mail ! (terwijl ik geen internet heb) was doorgegeven. Er stond: Tevergeefs hebben ze getracht het pakje op donderdag af te leveren, het kan opgehaald worden in het postkantoor in .... (kilometers hier vandaan).
Het is grappig dat alle communicatie via de telefoon en mail gaat. Het is dat ik via mijn moeders internetverbinding mijn mail op kan halen, want wat anders?
Rare jongens daar bij Online.
Van puur ongenoegen heb ik mijn abonnement bij hen opgezegd. (Nadat ze hadden gezegd dat ze niet wisten of ze het probleem konden oplossen. )
Het is lastig om over te stappen, want je moet al je inloggegevens bij bijvoorbeeld Blogger, of de bank, en alles en overal waar je maar met je hoofdemailadres bent aangemeld (Skype, of waar je online dingen koopt), veranderen. Maar goed, mijn ongenoegen over Online was zo groot ...
Abonneren op:
Posts (Atom)