vrijdag 25 mei 2012

Op de fiets naar Marrie, 1e dag.

Daar sta je dan, tussen al dat geweld van het hedendaagse spitsverkeer. Net afgezet door vriend Peter, wachtend voor het stoplicht, in de stank van uitlaatgassen. Geen idee had ik hoe ik het zou vinden om te fietsen in deze streek (startpunt: Woerden. Richting Noorden en van Noorden weer naar beneden, Nieuwkoop, Bodegraven, Reeuwijk, Gouda, Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel, Capelle a/d IJssel). 
Het voelde raar om zo ver van huis opeens alleen te zijn, aangewezen te zijn op de fiets. Nou ja fiets, superfiets. 
22 graden was het op dat moment, het zou 32 graden worden.





In het kort: fluitekruid en veel water, monumenten, hazen die graasden, zwaluwen die door de lucht scheerden, eenden in stil donker water, ganzen met jongen, kwakende kikkers, vervallen kassen waarboven twee buizerds cirkelden, verzakte huizen, geluid van heien voor nieuwe woningen, continu vliegtuigen laag in de lucht, oude dorpjes, pompeuze nieuwe huizen en boten, strenge gereformeerde kerken, waslijnen met witte en bonte was, van hitte hijgende schapen en koeien (vaak zonder schaduw), onverwachtse stille paden door het groen, spelende carillons, knettervolle terrassen, een doelloos open staande brug, in hoog gras of struiken verscholen gaande routebordjes, aan forten denkende oude steenfabrieken, klepperende ooievaars die hun jongen voerden, ratelende landbouwmachines die gras omgooiden, in opblaasbootjes dobberende meisjes, zwemmende jongetjes, varende en fietsende en vaak groetende stellen, groetende wandelaars, lachende obers, kletsende oude mannetjes, en het allermooist: een zwaaiende oude mannen wandelclub (met zijn allen gezeten in de schaduw van de bomen, thermosflessen en boterhammen). 


































Geen opmerkingen:

Een reactie posten