vrijdag 20 januari 2012

Vroeger.


Mijn broertje moest geboren worden, 1960, en mijn ouders vonden het een goed plan om ons, de meisjes, naar een zomerkamp te sturen van een of andere religieuze club, De Klimroos. Het blijft me eeuwig bij dat ik het er bitter koud heb gehad 's nachts en dat we slecht te eten kregen. Te weinig. Ik heb er al eerder over geschreven, lees maar even als je het leuk vindt: De Klimroos. Daar vind je ook een foto van de straat zoals die toen was. Nu staan er nieuwe huizen.

Onlangs vond ik toen ik mijn moeder hielp met wat kasten opruimen heel wat post van vroeger terug.
Er was ook een envelopje met drie briefjes er in, van mijn zus Hennie, Marijke en van mij. Het briefje van mij had ik aanvankelijk over het hoofd gezien, het zat klein en dun onderin het envelopje. Geschreven vanuit dat vakantiekamp. En weer, terwijl ik die oude briefjes las voelde ik de armoede en de kou daar 's nachts, de ruwe paardendeken, en zie ik me zitten op die lange banken, mijn vinger omhoog voor nog een boterham, om dan een kale boterham te krijgen, een boterham met duif (de duif was weggevlogen grapten ze dan).

En mijn broertje? Die maakte alles goed, die wachtte met geboren worden tot wij weer terug waren.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten