Het is 1 minuut over acht
in de morgen. Zondagmorgen. De wind rukt aan het dak, laat de pannen nu en dan
even rammelen. Door het hoge raam zie ik
de bomen zwiepen, ik denk dat er straks geen blad meer aan de bomen zit. Hard
tikt de regen op het dakraam. De kat schreeuwde zojuist en ik ging naar
beneden, gaf haar eten en deed de keukendeur voor haar open, ze rende naar
buiten, ze rende naar binnen, rende weer naar buiten, bleef een metertje van de
deur staan kijken naar de struiken en bomen die buigen in de wind. Ik zag de
wind een spoor blazen in haar haren, daar houdt Parel niet van. Ze stond daar maar, grote ogen, wist niet wat te doen. Parel is 'gered' van een zwervend bestaan, maar ze houdt, na jaren van luxe, niet meer van ruig of nat weer.
‘Pareltje’ riep ik de storm in ‘dit is toch geen weer voor zo’n bang
poesje’. Nee, dat was het niet, maar ze had vast de hele nacht de muizen om het
huis zien scharrelen vanaf haar riante van kussen voorziene plekje voor het raam, en ze had trek. Nee, geen
honger, want ze had al eten gehad.
Als Parel er niet was dan had ik een
huis zoals Donald Duck, finaal ondergraven door de Knabbels en Babbels die hier
leven, de woelmuizen die lijken op kleine hamstertjes. Vande week nog had ik
zo'n woelmuisje bij zijn nekvelletje. Angstig sloeg hij zijn handjes voor zijn snuitje.
Ik ontdekte het muisje door Parel, ze zat in de tuin, sprong continu in de
rondte, en sloeg naar een plekje in het gras. Ik ging er naar toe, zag het minimuisje, zo jong nog, en voor de kat slechts een amuse.
Ach, ik ben een weekhart, ik wil niet
dat de kat zo’n diertje martelt. Ik pakte het muisje op, een hand in het nekvelletje
zodat ik niet gebeten kon worden, tere botjes voelbaar onder het fluweelzachte maar natte vachtje. Ik zette het diertje een eindje verder in de tuin, onder een van
ellende ingestort eiken tafeltje, misschien overleefde het beestje het. Soms
moet ik een eind aan een muizen of vogelleventje maken, dat is naar, maar niks is zo naar als
het martelen dat de kat doet.
Maar nu stormt het, geen muis te zien of horen met dit weer, Parel neemt een beslissing, ze stapt het huis weer in en wat later zie ik haar voor het raam zitten, starend naar al dat natuurgeweld buiten.
Over martelen gesproken. Ik wil graag alleen maar positieve
dingen schrijven, maar soms kan ik dat niet, het leven is vaak onbegrijpelijk barbaars en dat geeft een bittere smaak van woede in mijn mond, laat mijn haren overeind staan en het bloed wild door mijn aderen kolken. Ken je dat? Die drift van onmacht?
Ik krijg het van wreedheid. De beelden van de afgelopen koude winters werden eergisteren herhaald op tv2. Oostvaardersplassen. We zapten even tijdens The Voice. Heb je het gezien toevallig? Nee, ik bedoel niet The Voice, nee, dat stuk over de Oostvaardersplassen. Al die stervende dieren? Er lag een zieltogende ree te verdrinken in een waterplasje van enkele centimeters diep! De ree was te verzwakt en uitgemergeld om
zijn neus uit het water te tillen, de kop op te tillen. Bellen blazend langzaam verdrinkend. Gruwelijk om te zien, laat staan om mee te maken. O wat graag had ik de tv terug naar The Voice gezapt, maar ik kon het niet. Soms mag je je niet afwenden en doen of ellende niet bestaat. Die ree werd en is mijn eigen hond, ben ik, is Nederland, is alles waar ik deel van uitmaak en in geloof. Of geloofde.
Tegelijk was het zinloos, kon ik het dier niet redden, zij maakte deel uit
van een stukje ‘natuur’ in Nederland, volgens de beheerders. Natuur? Je moet bij Irene van Lippe Bisterfeld in Afrika op bezoek om natuur te vinden, niet bij Beatrix! De Grand Canyon, de steppen, Alaska, Australië, dat is natuur. Of zag jij onlangs, fietsend op door natuurmonumenten uitgezette en van nummers voorziene paaltjes, ergens een beer wandelen? Of gemakkelijker, een vos? Nee jongens, laten we de dingen maar noemen zoals ze zijn, die natuur vind je niet hier, maar wel pure dierenmishandeling.
Zodra je een hek om een gebied zet waardoor de dieren niet kunnen uitzwerven om
eten elders te zoeken moet je zorgen dat er voldoende eten is, dat is je plicht als 'beheerder'. Wat
jij? Hou de aantallen anders binnen de perken, koketteer niet met het woordje 'natuur'.
En dan durven we tegen de spanjaarden te zeggen dat ze
barbaars zijn met hun stierengevechten. Laten we maar naar onze 'vleesproductie' en de plannen voor megastallen kijken. Dat is pas barbaars. En ons ziekmakend.
Ik moet even ergens anders over schrijven, want ..... bommen en granaten ......
Nee, nu hou ik er echt over op.
Laat ik het even hebben over de goede mens. Om te beginnen mijn eigen familie, die ken ik het best. Hen en Karel hadden behalve hun eigen kinderen ook diverse pleegkinderen, moeilijk opvoedbare kinderen die soms hun gezinsleven aardig konden ontwrichten. Toch deden ze dit, en ze hebben daar heel mooi werk mee gedaan. Uit liefde en een groot sociaal verantwoordelijkheidsbesef. De beloning vinden we in een mooi extra gezinslid terug, en in haar kinderen.
Mijn zus Marijke en Har, allebei grote dierenliefhebbers, hebben menig dier hebben opgevangen, verzorgd, soms herplaatst en soms tot aan het diers dood verzorgd.
Mijn vader, daar schreef ik al vaker over, die nam tot groot verdriet van zijn moeder allemaal 'schurrefies' mee naar huis, zwerfhonden.
Mijn broertje? Ik kan me een kat herinneren die hij uit het asiel haalde, verder weet ik het eerlijk gezegd niet. Wel weet ik dat zowel hij als Paolo dierenvrienden zijn, en zich sterk maken als het nodig is.
Mijn eerste man, Aad, klom eens hoog op een ladder welke door Har stevig werd vastgehouden. Aad moest een tak afzagen om een onbereikbare spreeuw of merel te redden. Het arme dier hing aan een gezellig gekleurde cadeaustrik waardoor het leek of er een kerstbal in de boom hing. Maar deze bal flapperde om de paar seconden wanhopig. De (enorme) tak werd afgezaagd en tak met vogel en al kwam met veel gekraak naar beneden. Het vogeltje overleefde het, sindsdien weiger ik bij de bloemist de gekleurde strikken, en als ik ze krijg knip ik ze kapot voordat ik het in de vuilnisbak doe. Onnodige bling, gevaarlijke bling voor de natuur. Maar Aad, dat was een mooie aktie. Aad redde meer dieren, hij hakte met zijn autosleutels en een fles water eens een vastgevroren waterkip los. Die kip zat onder een geparkeerde auto, dus gemakkelijk was dat niet. Aad bevrijdde ook een hond die met een achterpoot vast zat tussen het zitgedeelte van een bankje, de rest van zijn lijf stond op de grond. De hond gilde het hele winkelcentrum in Zwijndrecht bij elkaar van de pijn, snapte naar iedereen die bij hem in de buurt kwam. Een hele kring van mensen stond al te kijken toen wij aan kwamen lopen. In het midden van die kring leegte, een bankje en een wanhopig gillende hond. Aad bedacht zich geen moment, liep er heel kordaat heen, pakte de hond stevig vast en tilde hem op het bankje, bevrijdde de poot en zette de hond weer op de grond. Klaar. Hond kwispelen, kinderen blij.
Ik noem dit alles niet op om te vertellen wat een goeie familie ik heb, dat heb ik wel, maar daar gaat het niet om. Waar het om gaat is dat ik, als ik in een dip schiet door narigheid die ik lees of zie, geneigd ben om te denken dat de mensheid een waardeloos ras is. Sorry, maar beelden van de Oostvaardersplassen bevestigen dat.
Nee nee, daar trapte ik bijna weer in die negatieve spiraal, nee, vergeet 'de overheid' en diens 'natuurbeleid'. Daar zit niet de toekomst, die ligt daar bij de mensen, niet alleen mijn familie, maar alle mensen die zich sterk maken om van de wereld een betere plek te maken, levend met respect voor alles wat leeft, die zich bukken om een vogeltje op te rapen, een kat te redden, een hond, en misschien ... een mens!
'Red een mens en je redt de wereld' zeggen ze. En red je dan niet jezelf?
Foto: mens en dier-Ralf Ordelman.