dinsdag 30 augustus 2011

Opstaan met een liedje in je hoofd.




Nog even over de invloed van positieve en negatieve gedachten (of woorden) op ons lichaam (lees ook vorig berichtje).

Wakker wordend van een nachtmerrie: ik reed met iemand mee die hulp verleende, een beetje zoals die strandwachten waar programma's over worden gemaakt (Bondi Beach of zo), maar mijn hulpverlener zat niet in een kek zwembroekje maar in een blauw uniform.
We sloegen de weg in naar Sellingen, een prachtige door bomen omzoomde weg. Het was wat donker weer. Het zwaailicht ging aan en ik zag dat een deel van de weg was afgezet en vroeg: wie regelt dat. "Dat doet de politie" kreeg ik als antwoord.
Ook verderop schenen zwaailichten tegen de bomen en wij voegden ons tussen het verkeer. Slechts een moment later kwam uit tegengestelde richting in volle galop een op hol geslagen paard met wagen aandenderen, naast het wilde paard twee in volle galop meerijdende agenten. Oorverdovend kletterden de hoeven op de straat, in een fractie van een seconde waren ze voorbij en zag ik ze de hoek omgaan als in een te snel afspelende film.

Kortom, ik schrok wakker, en hetzelfde moment raasde er een auto hard langs op het smalle weggetje hiernaast, de luchtverplaatsing een klap gevend op mijn raam, en nog een auto, en nog een. Verderop is de weg afgezet, en nu nemen de mensen sluiproutes, en de snelheden zijn absurd. Ik werd boos, en dat op de vroege morgen.

Ik lag even bij te komen, stapte uit bed, deed de gordijnen open, kuste de hondjes goeiemorgen die opgerold op de bank lagen. Zette theewater op en deed wat oefeningen voor mijn pijnlijke schouders. Ondertussen vlogen de auto's met regelmaat langs, ik dacht aan hoe belangrijk het was om de dag goed te beginnen, dacht aan mijn zwager Karel die in ons boekje "Stille Genoegens" op de eerste bladzijde staat met het mooiste citaat: "mijn stille genoegen is opstaan met een liedje in mijn hoofd".

Geen stil maar groot genoegen: ik stapte terug in bed met mijn kopje thee. Jip kwam aanslenteren. Ik klopte op het dekbed en zei: "kom maar liefje". Het liefje kwam naast me liggen, genietend van zijn groot en meestal verboden genoegen: bij mij op bed. Hij rolde zich warm en gezellig op naast mijn benen. Op de muur tegenover me zag ik de spiegel het beginnende daglicht weerkaatsen met het vervaagde, maar nog duidelijk leesbare "liefdevol" er op. De auto's die te hard voorbij reden ..... ik hoorde ze niet meer.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten