maandag 13 april 2020

13 april 2020. 
Niemand schrijft meer een blog. Het is ouderwets, dat vind ik zelf ook. En toch heb ik zin om te schrijven, en waarom zou een ander dat niet mogen lezen? Ik vind het best, in deze rare tijden waarin je eigenlijk het woord Covid-19 of Corona niet meer wil horen, weer NORMAAL wil doen maar het niet doet, je aan de blijf-binnen-regels houdt om jezelf en ook anderen te beschermen. Het is een tijd waarin mensen zelfs weer gaan puzzelen, of brieven schrijven! 

Vriend is al weken thuis, en dat is erg gezellig. Natuurlijk heeft het ook impact op de financiĆ«n, maar goed, dat is nou eenmaal zo.  
Het is maandag, maar deze dag voelt toch anders aan dan anders. Luier, want Tweede Paasdag. 
Bijna 8.00 uur. 
Vriend ligt naast me, wordt wakker, zegt: “goeiemorgen lieffie”, pakt z’n telefoon en laat geluid van slapende ik horen: “lief he?” zegt hij. Ik moet er om lachen, maar er gebeurt ook iets: dit geluid ken ik niet van mezelf, alsof ik vanuit een levende wereld naar een onbekende wereld luister.

Dat was het, vriend opent een andere app, ik pak ook mijn telefoon, maar wil ook gaan plassen …. er volgt een minutenlange twijfelfase waarin ik afwisselend naar de antieke kaart van Groningen kijk (ik zie er altijd het gezicht van een man en een vrouw in, een soort Janus-kop, beide de ogen geloken, maar de ene “kijkt” naar links, de ander naar rechts), of naar mijn telefoon. Mijn lichaam wint: ik ga plassen.


  
Weer in bed stappend hoor ik m’n vriend grinniken: hij kijkt graag naar Pinterest, of in dit geval YouTube: naar omvallende bomen op auto’s, huizen, wegrennende mensen, “nee, niks ernstigs of slachtoffers” zegt hij om mij gerust te stellen. 
Ik open Pinterest: ik vind het fijn om naar terrasoverkappingen van bamboe te kijken, ze doen me denken aan India, en ik verlang altijd naar die sfeer van gebroken zonlicht door duizenden latjes of mooie lichtbronnen in huis. 

Bijna direct word ik ditmaal afgeleid door mijn guilty pleasure-filmpjes: rare huishoudelijke uitvindingen. Ik stoor mijn nog steeds grinnikende lief en zeg: ik hou van die rare uitvindingen, wie ontwikkelt dit of bedenkt dit? Wie bedenkt een soort knijpertje van kunststofharen waarmee je een spin kunt oppakken en buitenzetten zonder het te beschadigen? Of een tuinslang die door een andere kop opeens (bijna) de kwaliteiten krijgt van een hogedrukreiniger? “Tuinslang kan die druk niet aan, kan niet!” zegt hij, verder kijkend naar omvallende bomen. Ik verdedig de maker: “je hoeft niet dat hele apparaat (hogedrukreiniger) te voorschijn te halen, geen stroom, geen onhandelbare slangen en bovendien spuit je hiermee niet per ongeluk de lak van je auto! Hij kijkt even mee, bromt nu: “hm, kan niet, ‘k weet niet”. 
Hij heeft wellicht gelijk, maar soms …. het zijn de uitvindingen die op een gegeven moment in een bouwmarkt op een beeldscherm te zien zijn, met het product in een kartonnen bak er onder. 

Er komt een herinnering in me op dat ik gevallen ben voor zo’n uitvinding: een van de eerste waterbesparende douchekoppen die je toch het gevoel zouden geven dat je comfortabel veel water over je heen krijgt. Ik schiet in de lach bij de herinnering. "Wat"? vraagt m’n vriend. 
Ik vertel: jaren geleden kocht ik zo’n uitvinding, een douchekop. Het bleek een geweldig ding en toen ik verhuisde vanuit het westen nam ik hem mee, maar lag sindsdien ongebruikt in een doos tot mijn moeder tegen me zei: ik heb een nieuwe douchekop nodig. Die heb ik voor je! zei ik, maar het is wel of je onder een waterval staat, maar: als hij niet bevalt zet ik hem bij mij, en dan krijg je de douchekop die ik nu heb. “Fijn” zei ze. 

Direct ging ik aan de slag (karweitje van niks): monteerde het waterbesparende ding in haar douche en vroeg de volgende dag hoe de douchekop was bevallen. “Ik werd bijna onderuit geblazen” zei ze. 
Daar moest ik toen om lachen (ook nu weer), want ik kende het effect. Ik stelde voor om een andere te gaan kopen of om te wisselen met degeen die nu in mijn douche hing, maar nee, ze was toch ook een beetje verrast geweest, het voelde ook heel fijn. Dus ik wachtte af. Die douchekop heeft jarenlang tot aan m’n moeders overlijden dienst gedaan, en bij het leeg ruimen van haar huis schroefde ik hem er af, nam hem mee. Hij ligt sindsdien weer in een doos, ziet er erg verkalkt uit. Maar terwijl ik dit lig te vertellen aan m’n vriend, telkens in de lach schiet bij het verhaal dat mijn moeder bijna omver geblazen werd door het ding (m’n moeder voelde zich “gezandstraald”), besluit ik om die douchekop vandaag eens in de azijn te leggen. 
Wordt misschien vervolgd?