vrijdag 26 mei 2017


Wat heen en weer-schrijven op Facebook zette me vanmorgen al vroeg aan het denken. Het ging over een onderwerp waar ik al lang mee worstel: hoeveel recht heeft de mens om te heersen over de dieren?

Aanleiding was een filmpje over kippen op Facebook. Het laat het vrijlaten uit het nachthok zien waarbij een haan door een meisje een paar maal geknuffeld wordt voordat hij over gaat tot de orde van de dag. De haan draait om het meisje heen, 'vraagt' als het ware om nog een knuffel. Ahhh, wat lief, en al door miljoenen mensen bekeken die dat ook prachtig vinden natuurlijk.
De kip en de mens, samenlevend in harmonie. Totdat de kip ouder wordt en stopt met leggen, dan kost de kip alleen nog voer. Dat gaat wringen bij sommige kippenhouders. De ene zal de kip zijn pensioen gunnen, hem eten geven tot de kip vanzelf omvalt, de ander zal er voor kiezen om de kip op te eten, want 'zonde' om hem niet (voordat de kip gaat lijden) in de pan te doen. Omdat de mens 'heerst' over de dieren is het maar net wie je 'baasje' is, dat baasje maakt uit hoe lang je leeft en hoe. Laat de kip kiezen en hij zal nimmer voor de pan kiezen, zo simpel is het.

Terwijl ik dit schrijf erger ik me aan een ander dier. Geen kip maar een kat. Parel. Ze wil meer aandacht dan ik haar wil geven. Ze kan heel nadrukkelijk aanwezig zijn, is heel opdringerig als ik een boek wil lezen, yoga- of taichi-oefeningen wil doen, of zoals nu: zij wil op mijn toetsenbord gaan liggen, wrijft met haar kopje tegen mijn handen waardoor er allerlei rare tekens in de tekst komen te staan. Ze loopt echt voortdurend, voortdurend hard tegen me aan te botsen (dat noem ik geen kopjes meer!), tegen mijn handen, tegen mijn kin. En ik ben allergisch voor dat kopjes geven, mijn huid wordt direct rood en gaat zwellen, dus OPZOUTEN!! Ik voel de drift in me opbouwen, 'ik zou nu zelfs een kip kunnen doden' denk ik terwijl ik opsta en wegloop, de kat de kat latend. Ik kijk om en zij kijkt vanaf de tafel met haar gele ogen terug, ze denkt na wat ze nu zal gaan doen .......

In de keuken maak ik thee. Mijn drift ebt langzaam uit mijn aderen, maar de rechten van de dieren houden me nog bezig. (Al ken ik diep van binnen het antwoord: dat recht is er wel maar wij negeren het om voor de hand liggende redenen; de mens heeft het recht van de sterkste omarmd en met de gevolgen leven we nu).
Kip versus kat. Ik heb Parel zelf binnengehaald, haar een huis geboden. Nu woont ze hier al meer dan tien jaar (een schatting, ik weet het niet meer precies) en ze heeft rechten en plichten net als ik. Maar ik ben onderdaniger aan haar dan zij aan mij.
Die opdringerigheid is misschien deels genegenheid van haar kant. Maar het kan ook zijn dat ze een massage wil, of eten, of allebei. Parel stuurt me alle kanten op, laat me deuren open doen, ramen, laat me continu stofzuigen, mijn bed eerder verschonen dan de bedoeling was, en naar de winkel gaan. Ze hoeft maar te mauwen en ik ga brokjes in haar schaaltje doen. Ze hoeft maar een pootje een centimeter van de grond op te tillen en de honden lopen in een ruime boog om haar heen. Een diva. En wat doet zij voor ons terug? Ze houdt het huis vrij van muizen. Maar de laatste tijd zijn er toch meer woelmuisjes rond het huis, of zie ik dat nou verkeerd? Hoopjes zand ontstaan in de tuin en ik denk niet dat dat allemaal mollen zijn. Hmmmm. Is de tijd nu aangebroken dat Parel de pan in gaat?
Nee, dat gaat dus nooit gebeuren, ze zal hier geld kostend en krakkemikkiger wordend rondlopen tot ze er bij neer valt. Of bijna.

Tip van Parel aan de kippen: wees lastig. Vraag meer dan je geeft, maak je nest gewoon op het net schone bed van degeen die je voert en je eindigt niet in de pan.







donderdag 18 mei 2017

Het Paradijs.


Eenmaal in de week zie ik het paradijs. Ik moet er wat moeite voor doen, tijd voor vrijmaken, aan denken naar toe te gaan. Soms neem ik chocolade mee, soms een boek, soms niets dan mezelf. De auto parkeer ik op een wat rommelig parkeerterrein, er wordt namelijk bijgebouwd. Het maakt niet uit of de zon schijnt, of het regent of vriest, in het gebouw is het altijd dezelfde temperatuur. Al schijnt de zon nog zo hoopgevend, voordat ze met haar stralen het gebouw kan opvrolijken schuiven volautomatisch de bruinige zonneschermen naar beneden, de kamers somberig grijzig kleurend. Als ik door de gangen loop ruik ik de hel: urine, stront en oude mens. Op het linoleum piepen mijn gympen, snel snel de gang door, de eenbenige mannen of de lange jonge in het niets starende man groetend die zittend in hun rolstoelen steppend voor- of achteruit de gangen heen en weer rijden of op een kruispunt samenklonteren. Nee, verder dan hier gaan ze niet: ' je verdwaalt hier zo. Nee, naar buiten al helemaal niet. Eenmaal viel een steunwiel weg en toen viel ik .... '.

Ik open de deur, een lege rolstoel staat bij het raam. Achter het raam zie ik nog net onder de neergelaten zonneschermen de lente, groen genoeg, in honderd duizend kleuren. De lege stoel nader ik, onder de over de stoel gedrapeerde dekens ligt toch iemand, slaapt of sluimert, het hoofd schuin op de rechterschouder/borst, de ogen vermoeid gesloten. Ik leg een serie kleine kusjes op de gladde rimpelvrije wang. En nog eens. En nog eens. Dan knippert ze, en zegt: ben jij het? Ja, ik ben het. "Ik was in gedachten ver weg", zegt ze vaak. Of: 'ik droomde dat ik weer kind was'. Ik verover mezelf een plekje op een zware eiken stoel, schuif de grote handgeborduurde kussens opzij, en leun dan zover mogelijk naar haar toe, naar haar beste oor: 'dag lieverd, hoe is het hier?' Ik ken het antwoord al: niet goed. Aan Jehova heeft ze gevraagd om haar te komen halen in haar slaap. Ze wacht op Jezus terugkeer, of op de grote ommekeer, het einde der tijden. Vaak praat ze over mijn moeder, daar gaat ze straks weer mee wandelen, beiden weer gezond en wel. En ze zullen het ook druk krijgen, veel predikingswerk moeten doen want er zullen veel mensen uit de dood opstaan die nog niets van Jehova weten. 'Ook je vader krijgt een opstanding en zal je terugzien' zegt ze.
Mijn vader was niet zo dol op de Getuigen, dus ik vraag me af hoe en in welke gedaante en met welke mening hij terug zou keren.

Onder mijn hand voel ik de broosheid van haar bestaan. Onvoorstelbaar dat een zo broze mens kan leven, ademen, eten, poepen. Toch is het zo, dankzij een speciale stoel die haar vrijwel horizontaal houdt, een bed dat zucht, steunt en vibreert, fijngemaakte voeding en verdere zorg. Niet alleen spreken wij altijd over mijn moeder maar ben ik ook dankbaar dat haar dit alles bespaard is gebleven. Want zonder moeder leven vind ik moeilijk, maar als ik haar zo had moeten zien .... dat had ik onverdraaglijk gevonden.
Elke mens zo zien is trouwens moeilijk, maar toch kom ik elke week hier bij mijn moeders beste vriendin, al tijdens mijn moeders leven zo krakkemikkig dat mijn moeder vaak medelijden met haar had. Toch zit zij, vier jaar na het overlijden van mijn moeder, daar nog. Dankbaar voor het leven, dat dan weer wel, al vraag ik me af: waarom?
Ze slaat haar ogen eventjes ver op in een vergeefse poging iets van mij te zien, en ik zie (weer) het altijd  verbijsterend glanzende blauw van de hemel even op me gericht. Dan zakken de ogen weer dicht, maar de indruk blijft. Kinderogen-blauw en helder als het helderste water. Als water in het paradijs.













woensdag 3 mei 2017

Vriendenloterij reclame opzeggen.


Ongelooflijk eigenlijk dat ik hieraan een blog besteed/mijn tijd verspil maar ik erger me al zo lang aan die ongevraagde reclame van de Vriendenloterij. Aan alle reclames trouwens die grondstoffen verspillen (papier/plastic/energie). Maar - in dit geval de Vriendenloterij - blijft reclame verzenden omdat de kosten nu eenmaal opwegen tegen de baten. En veel mensen kijken toch even op de site of er misschien toch niet een prijs is gevallen op dat gratis toegezonden lofnummertje ...... De kans om te winnen is trouwens belachelijk klein, voor loterijen, voor de toto of welk kansspel dan ook. Lees je kansberekening bij gokken en loterijen maar. Ik vond een leuke berekening op scholieren.com, een wiskundige berekening op je win-kans als je gaat gokken/mee doet aan de toto. Samengevat: Je kans is vrijwel nihil. Wil je rijk worden moet je een casino beginnen, niet bezoeken.  Win-kans op de jackpot bij de staatsloterij is 1 : 7.5 miljoen.

Terug naar de vriendenloterij. Nooit heb ik meegedaan. Toch krijg ik regelmatig post van ze. Een dikke envelop, veel papier en altijd een plastic kaartje met een vette kans op een auto of zo. De envelop scheur ik ongeopend dwars door midden, ik haal het kaartje eruit en flikker het bij het restafval. Papier in de papierbak. (me ondertussen afvragend hoeveel plastic in Nederland bij het papierafval terecht komt). Ooit heb ik getracht deze reclame stop te zetten maar werd ontmoedigd: 50 cent per gesprek .... dat is al winst voor die lui. Wacht, ik kan ook nog een brief schrijven ..... (moet ik met de auto naar het dorp hiernaast om een brief te posten......) . Dat doe ik dus ook niet.
 
Ditmaal beet ik me er door heen want ik vond na doorlezen op de Vriendenloterij-site ook een manier om via de mail op te zeggen, als je even zoekt vind je een contactformulier. En ze vragen een hoop gegevens ..... Geen wonder dat ik me er nog nooit voor heb ingezet, wat een gedoe. Niet vergeten aan te vinken dat je geen prijs stelt op telefoontjes of mail want je moet verdorie heel je hebben en houwen invullen, anders wordt je vraag of klacht niet verzonden. Achteraf heb ik spijt dat ik geen ander (een niet bestaand) telefoonnummer heb ingevuld want ik vermoed dat ze mijn gegevens toch bewaren ......