zondag 30 november 2014

Facebook, een buizerd en God.


Ik ben ouderwets. Facebook vind ik - terwijl andere mensen hartstikke positief zijn en er veel lol uit halen - treurig makend. Kreeg ik voorheen te horen wanneer Sinterklaas op bezoek komt bij mijn familie/vrienden en wat er verder zo al aan de hand is, tegenwoordig lees ik dat op Facebook, tenminste, als ik er naar kijk. En dáár schort het aan, zegt men dan als ik zeg: 'wat heb ik lang niks van je gehoord'.
Toch, af en toe is het zo stil rond me dat ik het idee krijg dat ik alleen op de wereld ben, tot het me te binnen schiet dat Facebook bestaat, en dan blijkt dat niet de wereld heeft stilgestaan, maar ik, en lees ik opeens al het nieuws van de laatste maanden.

Maar stel dat ik ook Facebook-aktief word, wat zet ik er dan op? Moet ik meedelen dat ik elke dag met de honden wandel? Lekker belangrijk. Oke, soms maak ik wat mee. Een week of twee geleden kwam ik God tegen, dat was wel wat. Hij was op de fiets, had mooie rode wangen en heldere blauwe ogen. Zijn leeftijd wilde ik niet weten, maar hij beweerde dat hij tegen de tachtig liep en de hele dag de wereld vanaf zijn fiets bekeek, kilometers makend maar altijd zorgend dat hij op tijd voor het eten weer thuis was. Hij had geen haast, dat zei hij ook nog. Zag hij dat ik door zijn vermomming heenkeek? Want zonder dat ik hem iets vroeg gaf hij me wijze raad, die ik opsloeg en waar ik nog af en toe aan denk.

Sindsdien gebeurde er niet veel, want wat doet een mens allemaal? Eten en drinken, boodschappen doen, met mensen praten, zich beroerd of goed voelen, de tuin winterklaar maken of hout stapelen of met een puzzelboekje en eigengemaakte chocolaatjes bij de kachel zitten. Van die dingen dus. Maar of het Facebook-waardig materiaal is?

Misschien is dit iets. Tijdens het wandelen met de honden zag ik begin vorige week dat Jip iets opjoeg, iets fladderends dat de sloot in tuimelde. Terwijl Jip stoer en blij kwispelend over het succes kwam teruglopen zag ik dat 'het' ding uit de sloot flapperde en weer de kant op kwam. Was het een eend? Ik kon het niet goed zien maar om het dier niet nogmaals de stuipen op het lijf te jagen riep ik Jip bij me en keerde om.
De volgende dag zag ik, weer ver van me vandaan, een bosje veren onhandig rond huppen en ik besefte dat dat de 'eend' was en dus waarschijnlijk gewond. De rest van de week hield ik me bezig om de gewonde buizerd, want dat bleek het te zijn, te vangen, maar het arme dier maakte handig gebruik van de harde wind en zijn nog goede vleugel om zo ver mogelijk van me vandaan te blijven.
De dierenambulance kwam om de buizerd te vangen maar zonk tot aan de as weg in het drassige maaipad langs de sloot, waardoor ik hulp moest gaan halen en kilometers heen en weer fietste om tractor, hulp en sleepkabels te vinden. De buizerd was inmiddels uit het oog verdwenen. Aan een kant gelukkig voor de buizerd want de medewerkers van de ambulance vertelden dat de buizerd toch afgemaakt zou worden i.v.m. de vogelgriep.

De volgende dagen zag ik met lede ogen het arme dier in het veld zitten, maar nog steeds was het te fit en te snel voor mij om hem te vangen. Een slecht georganiseerd vanggroepje faalde later ook. Tot gisteren.
Het was gemeen koud, maar na de wandeling met de honden ging ik weer het veld in, een verrekijker meenemend. Al snel zag ik het dier zitten, het had zich dus al die tijd al in leven gehouden, wat vast mede te danken is aan het goede muizenjaar en de vers geploegde akker waarin het wormen kon vinden.
Mijn buren en vriend gingen met me mee en ondanks dat het dier ons nog even uit handen bleef door onder een hek van de NAM te kruipen, konden we hem even later vangen omdat hij in een droge greppel stapte en zich daar in een duiker wilde verstoppen. Gelukkig ging de buizerd niet ver die buis in en kon hij gepakt worden. Hij gaf zich over, uitgeput en zonder weerstand te bieden.

Al eerder schreef ik over mevrouw Schouten, een gouden mens die egels en vogels opvangt, al doet ze dat niet meer op zo grote schaal als vroeger. Egels verzorgt ze nog, vogels worden wel door haar aangepakt en tijdelijk opgevangen, maar eenmaal per week worden de dieren opgehaald door de dierenambulance en naar een vogelopvang elders gebracht. Natuurlijk wilde ze de buizerd opvangen en kijken of hij nog te redden is. Helaas had de buizerd een lelijke breuk in 'de elleboog', een slecht te repareren breuk. Euthanasie is in zo'n geval het beste wat je voor een dier kunt doen. Maar de vogel was sterk, en jong, dus zou mevrouw Schouten hem eten geven en contact opnemen met een andere vogelopvang met de vraag of een dierenarts het dier nog kon opereren. Uiteraard hopen wij van harte dat dat prachtige dier kan herstellen. Ondertussen, kijkend naar de machtige vogel vroeg ik me af, waar is God als je hem nodig hebt? Fietsen. Misschien zitten daarom zo veel mensen op Facebook.





dinsdag 11 november 2014

St. Maarten


Het werd al donker en ik wilde nog voor sluitingstijd naar de Hema, en o ja, ik wilde ook nog even naar de toko, daar had ik goeie dingen over gehoord.

Bij de winkels aangekomen zag ik tot mijn schrik dat er overal kleine kinderen met lampionnetjes rondliepen. De kleintjes aan de hand van pa of ma, de grotere hard rennend van winkel naar winkel om zo dicht tegen sluitingstijd nog zo veel mogelijk winkels te bezoeken. Ik was helemaal vergeten dat het de 11e was en dat er vermoedelijk ook kinderen vergeefs bij mij aan de deur zouden staan.

Bij de toko aangekomen stond er een klein rijtje bij de kassa, maar het waren ook hier geen klanten maar kinderen met ouders. Achter de kassa zat een man met Marokkaanse roots en hij boog zich over de toonbank heen naar een klein verlegen meisje en in onvervalst Amsterdams hoorde ik hem zeggen: ja meissie, je moet wel singe natuurlijk!